Hoort Oekraïne bij Europa?

Toen Rusland in maart 2014 de Krim had geannexeerd zei de televisiepresentator Tijs van den Brink ’s avonds in een discussieprogramma: “Hij (Poetin) pikt zomaar een stuk van Europa in.” Hiermee gaf hij vrij goed de algemene opinie weer. Toch kan men hierbij twee vragen stellen: (1) is de Krim werkelijk een stuk van Europa? en (2) pikte Poetin de Krim in of trachtte hij verloren gebied terug te krijgen? Dat laatste streven is volgens veel denkers over het volkenrecht (onder andere Hugo de Groot) namelijk een legitieme reden voor oorlog. In het volgende artikel wordt getracht een antwoord te vinden op deze vragen.

Inhoud:
1. De kaart van Oekraïne
2. De staatkundige geschiedenis van Oekraïne
3. De cultuur van Oekraïne
4. Is Oekraïne een Europees Land?
5. Tot slot: hoort Oekraïne bij de EU of bij Rusland?


1. De kaart van Oekraïne

Vroeger maakte men gebruik van de namen Rusland, Wit-Rusland en Klein-Rusland. De naam “Oekraïne” voor het laatstgenoemde land kwam in de 20ste eeuw in gebruik en heeft bij de Oekraïense nationalisten uiteraard de voorkeur. Het land heeft vrijwel geen natuurlijke grenzen, met als gevolg dat het in het verleden voortdurend van vorm en grootte veranderde. De hier afgebeelde kaart geeft het huidige Oekraïne weer (groen), met daarbinnen aangegeven de situatie rond 1600. In die tijd hadden zowel Polen-Litouwen in het noordwesten (middelgroen) als het Ottomaanse rijk in het zuiden (lichtgroen) hun maximale uitbreiding. Alleen twee gebieden in het noordoosten waren nog in het bezit van Rusland (donkergroen).
        In de culturele ontwikkeling liep het zuiden aanvankelijk voorop. Hier arriveerden omstreeks 1000 v.C. de Iraanstalige, nomadisch levende Scyten. Twee eeuwen later begon de kolonisatie van de kustgebieden door de Grieken en zij stichtten vele havensteden, zoals Odessa, Sebastopol, Jalta en Kertsj (de namen zijn in de loop van de tijd veranderd). In een redelijk goede verstandhouding tussen de nomadische Scythen en de zeevarende, stedelijke Grieken ontstond een periode van welvaart en rijkdom die duurde tot de 4e eeuw v.C. en waarin de smeedkunst van de handwerkslieden een hoog niveau bereikte (zie de tentoonstelling ”De Krim, Goud en geheimen van de Zwarte Zee” die in 2014 werd gehouden in het Allard Pierson Museum).
        Verder naar het noorden is de belangrijkste stad Kiev. Deze stad, gelegen aan de Dnjepr, ontstond tussen 500 en 800 n.C. Hij werd omstreeks 1000 het centrum van het Rijk van Kiev, de voorloper van het Russische rijk. De stad werd in onze tijd zeer bekend door zijn Maidan-plein. Een andere bekend geworden stad is Lviv, gelegen aan de huidige grens met Polen. Het is waarschijnlijk de meest westerse en tevens de meest door de geschiedenis getraumatiseerde stad van Oekraïne. De stad speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van de oranjerevolutie in 2004. Hij werd omstreeks 1250 gesticht en werd de hoofdstad van Galicië, dat toen Rood-Rusland werd genoemd. Dit was een langwerpig, oost-west uitgestrekt land (met Lviv ongeveer in het midden) en het werd door de eeuwen heen telkens weer anders opgedeeld. Bij de drie Poolse delingen van 1772/93/95 kwam Lviv bij Oostenrijk en kreeg een Weense sfeer, compleet met een universiteit en koffiehuizen. In 1939 werd de stad veroverd door de Sovjets, in 1941 door de Duitsers en in 1944 weer door de Sovjets, waarna hij een onderdeel werd van de Sovjet-Unie.
        De grote steden in het oosten van het land zijn relatief jong: Charkov werd gesticht in de 17e eeuw, Donetsk en Luhansk in de 18e eeuw. Het zijn alle drie sterk geïndustrialiseerde steden.

2. De staatkundige geschiedenis van het huidige Oekraïense gebied

9e-13e eeuw: het rijk van Kiev (de voorloper van “Rusland”)
De stad Kiev raakte rond 800-900 onder invloed van Vikingen, die met hun schepen vanuit de Oostzee vermoedelijk via de Westelijke Dvina en de Dnjepr de Zwarte Zee bereikten en handel dreven met Constantinopel en met de Arabische landen. Zij werden “Russen” genoemd. Het hierna ontstaande Rijk van Kiev strekte zich naar het noorden uit tot voorbij het huidige Moskou, maar omvatte niet het zuidelijke deel van het huidige Oekraïne. In 988 bekeerde de toenmalige vost Vladimir de Heilige zich tot het Byzantijnse christendom. Op den duur raakte het rijk versnipperd.

1237-1242: invasie van de Mongolen
In 1206 werd door Dzjengis Kahn het Mongoolse rijk gesticht en dit breidde zich eerst uit in de richting van China en daarna in de richting van Europa. Tussen 1237 en 1242 vond hier een grote invasie-expeditie plaats, die doordrong tot Polen, Hongarije en (op de terugweg) Oekraïne. In 1240 werd Kiev verwoest en de stad herkreeg daarna nooit meer zijn oude luister.

1242-1453: het noordwesten van Oekraïne wordt veroverd door Polen, het noordoosten gaat weer naar Rusland en het zuiden blijft deel van het Mongoolse rijk
Het Mongoolse rijk kon zich in het noordwesten niet handhaven. Koning Casimir de Grote (1333-70) van Polen moderniseerde zijn land niet alleen, maar hij breidde het ook uit naar het oosten. In 1386 werden Polen en Litouwen samengevoegd tot een personele unie en deze omvatte toen onder andere Wit-Rusland, Galicië (met Lviv) en het westen van Oekraïne (met Kiev, dat in 1362 door Litouwen was veroverd op de Mongolen). Het noordoosten kwam weer in handen van Rusland. Maar het zuidelijke deel bleef behoren tot het Mongoolse rijk en werd in 1441 daarbinnen min of meer onafhankelijk als het “kanaat van de Krim”.

1453–1768: het zuiden wordt veroverd door het Ottomaanse rijk
In 1453 viel Constantinopel, hetgeen symbool staat voor de ondergang van het Byzantijnse rijk. Hiermee werd het Ottomaanse rijk een wereldmacht en het breidde zich verder uit in de Balkan met Servië (1459) en Bosnië en Herzegovina (1464) en met het zuiden van Oekraïne. In 1478 werd het kanaat van de Krim een vazalstaat van het Ottomaanse rijk. Deze was religieus gezien tolerant, maar de Bosporus werd afgesloten voor de schepen van de “ongelovigen”, zodat de handel met Venetië en Genua verkommerde. De bloei van het Ottomaanse rijk hield enkele eeuwen stand, maar nadat de Turken in 1683 tevergeefs Wenen hadden belegerd begon een langzaam verval.
        Tijdens en na de ondergang van het Byzantijnse rijk begon Moskou zich steeds meer op te werpen als het nieuwe Constantinopel (of het derde Rome) en dit had ingrijpende religieuze consequenties. Zo werd in 1589 het Patriarchaat van Moskou ingesteld. In het noorden van Oekraïne veranderde er in deze periode niet zo veel, afgezien van het feit dat het Russische deel daarbinnen zich langzamerhand uitbreidde ten koste van het Litouws-Poolse deel. Zo werd Kiev in 1667 weer verover door Rusland.

1772/93/95: bij de drie Poolse delingen gaat noordwest-Oekraïne (uitgezonderd Galicië) evenals Wit-Rusland naar Rusland
Bij de vijfde Russisch-Turkse oorlog (1768-74) behaalde Rusland grote overwinningen en dit vervulde Oostenrijk met zorg. Bij diplomatiek overleg kwam men overeen dat Rusland zou afzien van verdere expansie richting Oostenrijk, maar daarvoor zou worden gecompenseerd met een deel van Polen. Hiermee begonnen de drie Poolse delingen, die er tenslotte mee eindigden dat Polen geheel werd opgeheven. Rusland werd aanzienlijk naar het westen uitgebreid: het kreeg onder andere Wit-Rusland (met Minsk) en het noordwestelijk deel van Oekraïne. Maar Galicië ging naar Oostenrijk (met Lviv en in het uiterste westen Krakau).

1768-1853: bij de vijfde tot en met zevende Russisch-Turkse oorlog verovert Rusland het gehele zuiden van Oekraïne op het Ottomaanse rijk
De vijfde Russisch-Turkse oorlog was niet alleen de aanleiding tot de voor Rusland zo gunstige Poolse delingen, maar Rusland kreeg volgens het slotverdrag in 1774 tevens een groot stuk van het zuiden van Oekraïne en de Krim in handen. In 1783 werd (in de nabijheid van de oude Griekse ruïnes) de stad Sebastopol opnieuw gesticht en in 1784 werd hier in opdracht van tsarina Catharina de Grote begonnen met de bouw van een marinebasis. Hierna volgde de zesde Russisch-Turkse oorlog (1787-92), die tot gevolg had dat de invloed van het Ottomaanse rijk in het zuidelijk deel van Oekraïne nog verder verminderde. In 1804 werd de marinebasis bij Sebastopol benoemd tot thuishaven van de Zwarte Zeevloot. Bij de zevende Russisch-Turkse oorlog (1806-12) werd tenslotte nog Bessarabië (ongeveer overeenkomend met het huidige Moldavië) veroverd en hiermee hoorde het gehele Oekraïense gebied bij Rusland. Bij de achtste Russisch-Turkse oorlog (1828-29) werden nog gebieden aan de oostkust van de Zwarte Zee aan Rusland toegevoegd.

1853-56: de Krimoorlog
In 1853 stelde tsaar Nicolaas I aan Engeland een verdelingsplan voor het in ontbinding verkerende Ottomaanse rijk voor. Engeland hechtte echter belang aan het voortbestaan van dit rijk, onder andere omdat de landweg naar India er doorheen liep en omdat het rekening wilde houden met de gevoelens van de islamieten in verband met het bewaren van de vrede in India. Daarom zocht Engeland steun bij Frankrijk. Hierop besloot Nicolaas I zelf op te treden en hij eiste van sultan Abdülmecit het protectoraat op over alle Grieks-katholieken. De sultan weigerde dit en hierop liet Nicolaas I zijn troepen de Balkan binnentrekken. Vervolgens voer een Engels-Franse vloot de Zwarte Zee op en begon een oorlog die zich concentreerde op de Krim en die leidde tot een belegering van Sebastopol die 349 dagen duurde. Hoewel de Russen nog altijd trots zijn op de heldhaftige verdediging van deze stad verloren zij de oorlog. In 1855 stierf Nicolaas I en hij werd opgevolgd door Alexander II. In 1856 werd de vrede van Parijs gesloten en kreeg Rusland de controle over de stad terug. Maar Rusland mocht langs de kusten geen oorlogshavens meer bouwen en moest zijn Zwarte Zee-vloot ontmantelen. De Zwarte Zee werd verboden voor oorlogsschepen van iedere natie. Na de Frans-Pruisische oorlog van 1870-71 trok Rusland zich van deze bepalingen echter niets meer aan.

1856-1914: Oekraïne blijft onderdeel van Rusland
Tsaar Alexander II voerde in Rusland veel hervormingen door en schafte in 1861 het lijfeigenschap af. Door zijn grote gezag leidde dit niet, zoals in Amerika, tot een burgeroorlog. Maar in 1863 brak in “Polen” een opstand uit, die leidde tot drastische hervormingen, maar die tevens een karakter bezat dat vijandig was aan de tsarenregering. Dit leidde er toe dat Alexander II zijn hervormingen weer terugschroefde. In 1881 werd hij door aanhangers van de revolutionaire beweging van de “nihilisten” vermoord en opgevolgd door zijn zoon Alexander III. Onderwijl ging de industrialisering door, hetgeen leidde tot het ontstaan van een industrieel proletariaat, waarbinnen het marxisme, mede door de activiteit van Lenin, steeds meer aanhang kreeg.

1914-18: de eerste wereldoorlog leidt tot de herverdeling van Europa en het Midden-Oosten
Bij de eerste wereldoorlog sloot het Ottomaanse rijk zich aan bij de partij die zou verliezen, met als gevolg dat het bij de verdragen van Versailles, St. Germain en Lausanne (1919-23) werd ontbonden en alleen Turkije als een soort rompstaat bleef voortbestaan. Oostenrijk-Hongarije werd gesplitst en verkleind. Polen werd opnieuw opgericht. Rusland kwam er bekaaid af: Estland, Letland en Litouwen werden zelfstandig. Bessarabië (gelegen aan de Zwarte Zee) werd Roemeens.

1917-39 Oekraïne komt bij de Unie van Socialistische Sovjet Republieken (USSR), met uitzondering van een smalle landstrook in het westen met daarin de stad Lviv
In 1917 vond in Rusland de sovjet-revolutie plaats. Tsaar Nicolaas II trad af en werd geëxecuteerd en onder leiding van Lenin ontstond een nieuwe regering die na enige naamswisselingen de naam “Russische Socialistische Federatieve Sovjet Republiek” zou krijgen, vaak kortweg aangeduid als “Russische federatie”. Er ontstond een burgeroorlog waarbij de partij van Lenin de overwinning behaalde en in 1922 verenigden de landen waar een Bolsjewistische regering was ontstaan zich tot de Unie van Socialistische Sovjet Republieken (USSR). Deze bestond uit de reeds genoemde Russische federatie, Oekraïne (uitgezonderd de landstrook in het westen met Lviv), Witrusland en in het zuidoosten de Trans-Kaukasische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek (Azerbeidzjan, Georgië en Armenië). In 1939 kwam ook de westelijke landstrook met Lviv onder Sovjetbestuur.
        Onder het bewind van Stalin werd de industrialisering van Oekraïne zeer bevorderd. Dit ging gepaard met een gedwongen collectivisering van de landbouwbedrijven, hetgeen sterk bijdroeg aan de hongersnood van 1932-33, waarbij 5 tot 10 miljoen mensen omkwamen (de holodomor).

1939-45 De tweede wereldoorlog
Op 22 juni 1941 begon Hitler-Duitsland de grote aanval op Rusland (de operatie Barbarossa). In de eerste weken werden Smolensk, Minsk en Lviv veroverd. In september viel Kiev. Op 14 oktober viel Odessa (na een beleg van 73 dagen) en op 21 oktober Charkov. Half november was ook de Krim in handen van de bezetters, uitgezonderd de stad Sebastopol, die pas op 4 juli 1942 viel, na een beleg van 250 dagen. Zowel Odessa als Sebastopol kregen later de eretitel “Heldenstad van de Sovjet-Unie”. Een belangrijk aspect van deze oorlog was dat toen de Duitse troepen (voor een groot deel Roemenen) het land binnenvielen een aanzienlijk deel van de Oekraïense bevolking, die erg geleden had onder het sovjet-regime, “collaboreerde” met de bezetters. Dit werkt psychologisch door tot op de huidige dag.
        In de winter 1942-43 zetten de Russen bij Stalingrad hun definitieve tegenoffensief in en begon het front in omgekeerde richting te verschuiven. In Oekraïne werden opnieuw verschillende steden het slachtoffer van hevige gevechten. In april 1944 was Oekraïne vrijwel geheel in handen van de sovjets. Op 9 mei 1945 capituleerde Duitsland.

1945-91: Herstel van de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek (nu inclusief de landstrook met Lviv in het westen) en onderdeel van de USSR
In de periode na 1946 werd Oekraïne een relatief welvarende republiek van de USSR. In 1954 verplaatste Chroesjtsjov het bestuur van de Krim met de marinebasis in Sebastopol naar Oekraïne, kennelijk vertrouwde hij er op dat Oekraïne altijd onderdeel van de Sovjet-Unie zou blijven. Wellicht trachtte hij ook met dit royale gebaar Oekraïne nog verder aan zich te binden.

1991: Oekraïne onafhankelijk
In 1989 viel “de muur” en in 1991 verklaarde Oekraïne zich onafhankelijk (ook in de Krim stemde een meerderheid voor onafhankelijkheid). Er werd een nieuwe grondwet opgesteld, de eerste president werd Leonid Kravtsjoek (1991-94) en de eerste premier Vitold Fokin (1990-92).


3. De cultuur van Oekraïne

De taal en de literatuur
Het Oekraïens is een Indo-Europese taal en heeft veel overeenkomsten met het Russisch. Het maakt, evenals het Russisch, gebruik van het cyrillische alfabet, dat in de middeleeuwen werd ontworpen op basis van het Griekse. Het standaard-Oekraïens is gebaseerd op de zuidoostelijke dialecten, speciaal het dialect dat rond Kiev gesproken wordt. Van de 44 miljoen inwoners van Oekraïne spreekt ca. 31 miljoen Oekraïens en ca. 11 miljoen Russisch.
        De Oekraïense literatuur bestaat pas betrekkelijk kort. In de 18e eeuw stond het land ten oosten van de Dnjepr nog steeds onder invloed van Rusland en het land ten westen daarvan onder invloed van Polen. Maar in de loop van de 19e eeuw verscheen er onder andere in Kiev voor het eerst een eigen Oekraïense intelligentsia, die zich onder invloed van de romantische gedachte van het onbedorven karakter van het eenvoudige volk begon te interesseren voor het ”klein-Russische boerendialect”. Aan de universiteit van Charkov (gesticht in 1805) en de St.Vladimir-universiteit van Kiev (gesticht in 1834) ontstonden gedachten over een eigen Oekraïens volk met een eigen historie, taal en literatuur. Belangrijke figuren uit deze beweging waren de voorloper Ivan Kotljarevsky (1769-1838) en vervolgens de dichter Taras Sjevtsjenko (1814-61) en de historicus Mykola Kostomarov (1817-85). De bekendste Oekraïense schrijver uit deze tijd, Nikolaj Gogol (1809-1852), bleef echter schrijven in het Russisch. De Russische regering bezag de gedachten over een eigen Oekraïense staat met wantrouwen en beschouwde ze als het gevolg van Pools of Oostenrijks gestook. In 1876 werd een verbod uitgevaardigd op publicaties in het Oekraïens, dat overigens later weer werd versoepeld. De bekendste Oekraïense dichter(es) uit deze latere tijd was Lesja Oekraïnka (1871-1913).
        Ook in Galicië, waar een deel van de bevolking Oekraïens sprak, vond een opbloei plaats van de Oekraïense taal en literatuur. Dit land hoorde vóór de Poolse delingen (1772/93/95) tot Polen en daarna tot Oostenrijk (waarna de hoofdstad Lviv Lemberg werd genoemd). Over het algemeen stonden de Weense autoriteiten, die zich welwillend opstelden tegenover de Grieks-orthodoxen, positiever tegenover een eigen Oekraïense cultuur dan de Russische. Een bekende Oekraïense dichter en politicus uit dit gebied was Ivan Franko (1856-1916)..
        Toen na de revolutie van 1917 Oekraïne (afgezien van de in het westen gelegen landstrook met Lviv) communistisch werd bevorderden de nieuwe machthebbers aanvankelijk de Oekraïense taal, hetgeen leidde tot een sterke, maar tijdelijke opleving van de Oekraïense literatuur, vooral in Odessa. Maar deze auteurs schreven tegelijkertijd ook veel in het Russisch. Ook in de niet-communistische landstrook in het westen werd de Oekraïense literatuur voortgezet. Hieraan kwam abrupt een einde bij de Sovjetinval van 1939 en de nazi-bezetting van 1941.

De godsdienst
Tegenwoordig kent Oekraïne in hoofdzaak drie kerkelijke richtingen. De officiële namen er van zijn verwarrend, maar populair aangeduid zijn dit:
1. de orthodoxe kerk georiënteerd op (het oude patriarchaat in) Moskou (mijn schatting: 19% van de bevolking),
2) de katholieke kerk georiënteerd op (het oude pausdom in) Rome (schatting: 9%),
3) de orthodoxe kerk georiënteerd op (het nieuwe patriarchaat in) Kiev (schatting: 26%).
Ze zijn als volgt ontstaan.
De voorgeschiedenis Volgens de geschiedschrijving maakte Vladimir de Heilige van het Rijk van Kiev alvorens zich te bekeren studie van de drie hoofdgodsdiensten in zijn gebied: het jodendom, de islam en het christendom. Het jodendom had volgens hem het nadeel dat het geen nationaal tehuis kende en de islam wees het gebruik van alcohol af en dit was naar hij meende voor de Russen niet aanvaardbaar. Dus hij koos voor het christendom. Vervolgens stuurde hij afgevaardigden naar zowel Romeinse als Byzantijnse erediensten. De Romeinse maakten weinig indruk op zijn afgevaardigden, maar toen ze in het land van de Grieken kwamen en daar de erediensten hoorden “wisten zij niet of zij in de hemel waren of nog op aarde”. Op grond hiervan koos Vladimir voor de Byzantijnse kerk en bij het Grote Schisma tussen oost en west in 1054 bleef de kerk van Kiev bij het oosten behoren.
        Na de verwoesting van Kiev door de Mongolen (1240) verplaatste de metropoliet van Kiev zijn zetel naar de stad Vladimir (1299) en vervolgens naar Moskou (1326), waar hij de titel “metropoliet van Moskou” kreeg. Toen in de volgende periode Polen-Litouwen zich tot ver voorbij Kiev naar het oosten uitbreidde kwam het gehele geannexeerde gebied onder Rooms-katholieke invloed. In 1439 vond het concilie van Florence plaats, waar besprekingen plaats vonden tussen de paus van Rome en de Patriarch van Constantinopel over eenwording. De theologische verschillen werden grotendeels overbrugd, maar aan het streven naar eenwording kwam voorlopig een eind door de val van Constantinopel in 1453.
        Al voor de val van Constantinopel was Moskou begonnen zich op te werpen als de natuurlijke opvolger van deze stad en in 1589 werd hier een Patriarch benoemd (die dus kwam naast de Patriarchen van Rome, Constantinopel, Alexandrië, Antiochië en Jeruzalem). Maar een aantal orthodoxe bisschoppen in Oekraïne, voornamelijk in het westen (onder andere in Lviv en Lutsk), weigerde zich onder dit patriarchaat te stellen en bij het Concilie van Brest-Litovsk in 1596 verbraken zij de relatie met de patriarch van Moskou en stelden zich onder het gezag van de paus in Rome. Dit leidde tot een scheuring in de kerk.
De Oekraïense orthodoxe kerk (schatting: 19% van de bevolking). Dit werd de naam van dat deel van de Oekraïense kerk dat bij het concilie van Brest besloot onder het Patriarchaat van Moskou te blijven. Deze nationale kerk bleef nauw verbonden met de Russische-orthodoxe kerk en behield daarmee ook de officiële erkenning van de andere orthodoxe kerken in het Midden-Oosten. In de volgende eeuwen zou de geschiedenis van de Oekraïens-orthodoxe kerk vrijwel parallel lopen aan die van de Russisch-orthodoxe kerk, ook toen die herhaaldelijk in conflict met het wereldlijke gezag (tsaar Peter de Grote, het sovjet-regime). Sedert 2009 is Kyrill de patriarch van Moskou en dus ook van de Oekraïense orthodoxe kerk.
De Oekraïense Grieks-katholieke kerk (schatting: 9%). Dit werd de naam van het deel van de Oekraïense kerk dat bij het concilie van Brest besloot zich onder het gezag van de paus in Rome te stellen. In de recente tijd leeft deze kerk op zeer gespannen voet met de Oekraïens-orthodoxe kerk. Dat heeft vele oorzaken. Zo heeft hij veel meer dan de Oekraïens-orthodoxe kerk geleden onder het sovjet-bewind. Verder heeft hij, nadat hij onder het bewind van Gorbatsjov in zijn functie was hersteld, een harde strijd met de Oekraïens-orthodoxe kerk moeten voeren voor het terugkrijgen van kerkelijke goederen. In 2004 nam de spanning weer toe doordat paus Johannes Paulus II de hoofdzetel verplaatste van Lviv naar Kiev, de stad waar traditioneel de zetel is van het orthodoxe patriarchaat. De Oekraïense Grieks-katholieke kerk is zeer actief en zeer op het westen van Europa georiënteerd. Degene die aan het hoofd staat heeft (sedert 1963) de titel “grootaartsbisschop”. Sinds 2011 wordt deze functie vervuld door Sjevtsjoek.
De Oekraïense orthodoxe kerk met patriarchaat in Kiev (schatting: 26%). Deze kerk ontstond in 1989, tijdens het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. In dat jaar brak de parochie van St. Petrus en Paulus in Lviv met de Russisch-orthodoxe kerk. In 1990 werd Mstyslav tot hoofd van deze kerk gekozen onder de titel Patriarch van Kiev en heel Oekraïne. In 1995 werd hij opgevolgd door Filaret. Deze kerk wordt niet erkend door de andere orthodoxe kerken in het Midden-Oosten.
Opmerking over de schatting van de percentages Er bestaat geen goede statistiek over de religieuze verdeling van Oekraïne. Ik heb mijn schattingen gemaakt op basis van een bestaand onderzoek uit 2006 dat de volgende resultaten had: orthodoxe kerk (Moskou): 10.9%, orthodoxe kerk (Kiev): 14.9%, Grieks-katholieke kerk (Rome): 5.3%, niet religieus + niet willende kiezen: 62.5%. Ik heb geschat dat 40 procentpunt van deze 62.5% niet religieus was en dus 22.5 procentpunt niet wilde kiezen. Deze 22.5 procentpunt heb ik naar ratio verdeeld over de drie kerken. Dit leverde na berekening: 19, 26 en 9%. Deze schattingen komen redelijk goed overeen met andere schattingen, bijvoorbeeld die van het "World Factbook" van de CIA.

De culturele en wetenschappelijke ontwikkeling
Wanneer men aan de hand van een periodenindeling de culturele en wetenschappelijke ontwikkeling van Europa schetst krijgt men achtereenvolgens de gotiek (met zijn logica en zijn bouwkunde), de renaissance (met zijn humanisme en zijn nadruk op de eigen waarneming), de baroktijd (met zijn ontdekking van de wetten van de mechanica) en de verlichting (met zijn nadruk op de mondigheid van het individu). Rusland en Oekraïne werden diepgaand beïnvloed door de Byzantijnse beschaving, maar hebben aan deze ontwikkeling in Europa geen deel gehad. Men ziet dit wellicht het duidelijkst als men let op de periode van 1000-1200. In deze tijd ontwaakte in Europa een grote weetgierigheid, die er toe leidde dat men zich grote moeite gaf oude Griekse geschriften te verzamelen om die te vertalen in het toen voor alle geleerden toegankelijke latijn. Dit gaf een enorme impuls aan de ontwikkeling van de wiskunde, de logica en de natuurwetenschap. Maar in het rijk van Kiev, waar men door de goede contacten met Constantinopel heel gemakkelijk aan deze geschriften had kunnen komen, was men hierin niet geïnteresseerd. Er zijn geen vertalingen bekend vanuit het Grieks naar een Slavische taal en in het rijk van Kiev kwam geen wetenschappelijke ontwikkeling van de grond. In 1769 schreef Johann Gottfried Herder optimistisch: “Welk een aanblik zullen deze [..] gebieden geven als de geest van de cultuur ze eenmaal zal bereiken! Oekraïne zal een nieuw Griekenland worden; de mooie hemel van dit volk, zijn vrolijke aard, zijn muzikale aard, zijn vruchtbare grond, enz. zullen ooit ontwaken” (Journal meiner Reise). Helaas werd Oekraïne geen nieuw Griekenland, maar in de 19e eeuw werd het land wel, uitgaande van Lviv, aangestoken door het romantische nationalisme en hiermee begon het land zich langzaam in te voegen in de Europese ontwikkeling. Maar dat was heel laat en grotendeels van buiten af geïnitieerd.
        Ook op het gebied van de wetenschap kon Oekraïne zich pas laat aansluiten. De oudste universiteit is die van Lviv, gesticht in 1661. Dit was eigenlijk een theologische hogeschool en hij werd in 1784 (nadat Lviv bij Oostenrijk was gekomen) omgezet in een seculiere universiteit. In 1804 werd een universiteit gesticht in Charkov en in 1834 in Kiev. Toen er later een sterke industrialisering van Oekraïne plaats vond ging dat natuurlijk gepaard met een toename van gedegen technische opleidingen.

De muziek
De muziek in Oekraïne is eeuwenlang beheerst geweest door de Byzantijnse liturgische zang en daarnaast heeft er ongetwijfeld een bloeiende volksmuziek bestaan. Er waren ook rondtrekkende zangers (Kobzars), die zichzelf begeleidden op een snaarinstrument. Voor een beschrijving van de later opkomende westerse invloed kan men het beste beginnen bij Rusland. Tsaar Peter de Grote begon zich (in navolging van het Franse hof) te interesseren voor ballet en tsarina Anna Ivanovna (1730-40) en vooral tsarina Catharina de Grote (1762-96) haalden Italiaanse componisten en operagezelschappen naar het hof in St.Petersburg. Hiertoe behoorden Baldassare Galuppi (1706-85) en Giuseppe Sarti (1729-1802), die later werden beschouwd als vertegenwoordigers van de ‘Russische barok’. Een goede indruk van het muziekleven in het St.Petersburg van na 1800 krijgt men uit het feit dat de romantische pianist John Field (de uitvinder van de nocturne) zich daar in 1803 vestigde en daar de meeste van zijn negen pianoconcerten schreef. Maar de echte opleving van de Russische muziek begon bij Glinka (1804-57) en hij werd weldra gevolgd door de Russische “Grote Vijf” (Rimski-Korsakov, Borodin, Cui, Balakirev en Moessorgski.
        In de loop van de 19e eeuw ontstond ook in verschillende grote steden van Oekraïne een bloeiend muziekleven. In 1810 werd in Odessa een operahuis gebouwd en in 1856/67 volgde Kiev. Dit muziekleven was overwegend georiënteerd op het buitenland en in Oekraïne geboren musici gingen vaak leven en werken in St.Petersburg, Moskou, of in Europese steden. Een echt “Oekraïense” componist was Mykola Lysenko (1842-1912), die een groot deel van zijn leven verbleef in Kiev en de “Vader van de Oekraïense muziek” werd.

De schilderkunst
Evenals de muziek werd de schilderkunst in Rusland aanvankelijk beheerst door de Byzantijnse cultuur. In 692 werd bij een concilie in Constantinopel aangeraden Christus niet langer symbolisch af te beelden, dus niet meer als lam maar als mens. Het gevaar van dergelijke naturalistische afbeeldingen was echter dat ze gemakkelijk onderwerp konden worden van aanbidding (dus “afgoderij”) en in 730 beval keizer Leo III ze alle te vernietigen. Dit leidde tot een strijd tussen iconoclasten (beeldenbrekers) en iconodulen (beeldenvereerders), een strijd waaraan pas in 843 een eind kwam met de beslissing dat naturalistische afbeeldingen waardevol zijn omdat ze de beschouwer bepalen bij de oorspronkelijke voorbeelden, maar niet mogen worden aanbeden. Deze “triomf van de orthodoxie” bepaalde de verdere ontwikkeling van de Byzantijnse kunst, hoewel daarbinnen natuurlijk wel allerlei verschillende stijlen ontstonden.
        In Rusland kende men vrijwel alleen de iconenschilderkunst totdat tsaar Peter de Grote zich welbewust op West-Europa begon te oriënteren en Russische kunstenaars naar het buitenland stuurde om daar een opleiding te volgen. Het gevolg was eerst de introductie van het toen in West-Europa in de mode zijnde neoclassicime en vervolgens een geweldig opbloei van Russische schilderkunst. Vanaf dit moment deed Rusland volledig mee met de westerse ontwikkeling en werd op sommige gebieden zelfs toonaangevend (Kandinsky, Malevitsj, Chagall).
        De belangrijkste centra van de Russische schilderkunst waren St.Petersburg en Moskou, maar de invloed daarvan strekte zich ook uit tot Oekraïne. Veel schilders werden in Oekraïne geboren en volgden een studie in St. Petersburg. Soms bleven ze daar, soms keerden ze terug. Tussen 1870 en 1920 ontstond er zelfs een “gouden eeuw van de Oekraïense schilderkunst”, met schilders als Ilja Repin (1844-1930), Aleksandr Moerasjko (1875-1919), Petro Levtsjenko (1856-1917), Fedir Krytsjevski (1879-1947) en Taras Sjevtsjenko (1814-61). Na 1920 heerste het socialistisch realisme, totdat Gorbatsjov in 1985 begon met zijn perestrojka en glasnost.


4. Is Oekraïne een Europees land?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we de verschillende aspecten daarvan apart bekijken:

(1) Geografisch
Het is een hachelijke zaak om op grond van geografische gegevens te proberen te bepalen of Oekraïne een Europees land is. Wanneer men op de wereldbol kijkt naar het uitgestrekte continent Eurazië ziet men aan de ene kant Europa en aan de andere China. Ongeveer in het midden ligt het Oeralgebergte als een verticale streep en het is gebruikelijk geworden het gebied “links” daarvan te beschouwen als Europa en het gebied “rechts” daarvan als Azië.
        Deze grens is echter willekeurig. Toen in de oudheid de Grieken de kuststreken van de Zwarte Zee koloniseerden beschouwden ze de Don als de grens tussen Europa en Azië (let wel: ze beschouwden het huidige Oekraïne als behorend tot Europa, dus als niet-Grieks en barbaars, dus in hedendaagse termen als niet-Europees). Deze grens bleef gelden tot aan de tijd van tsaar Peter de Grote. Maar als men op de kaart kijkt ziet men dat de Don, nadat hij in de Zwarte Zee is ontsprongen, sterk afbuigt naar het westen en eindigt vlak “onder” Moskou. Dit betekent dat een groot deel van het Rusland van tsaar Peter de Grote volgens de toenmalige terminologie niet tot Europa behoorde en aangezien hij van Rusland een Europees land wilde maken gaf hij de Russische geograaf Vasili Tatisjtsjev opdracht een nieuwe, verder naar het oosten gelegen oostgrens te zoeken (zie Hannemann, Keulen en Kroeze, 2008). Deze stelde voor de Oeral als grens te nemen en dit voorstel heeft algemene ingang gevonden. Het is om deze reden dat men momenteel op wikipedia bij het artikel over Oekraïne de merkwaardige zin kan vinden: “Oekraïne is na Rusland, Kazachstan en Turkije het grootste land van Europa. Het is echter wel het grootste land dat geheel in Europa ligt”. Deze zin is ook te vinden in een groot aantal andere artikelen van wikipedia, kennelijk is hij veelvuldig gekopieerd.

(2) Staatkundig
Wat betreft het staatkundige aspect moeten we de verschillende gebieden van Oekraïne apart bekijken.
Het noordoostelijke deel. Dit heeft altijd bij Rusland gehoord en als men Rusland niet tot Europa wil rekenen is er weinig reden om dit gebied wel tot Europa te rekenen.
In het noordwestelijke deel ligt de situatie moeilijker. Dit gebied werd bij de grote expansie van Litouwen-Polen die omstreeks 1350 begon veroverd op het Mongoolse rijk en Rusland en kwam later langzamerhand weer bij Rusland. In de tussentijd had het echter Europese invloed ondergaan (zo heeft de Oekraïense taal nog veel Poolse woorden). De zeer westelijk gelegen stad Lviv kwam na de eerste Poolse deling in 1772 aan Oostenrijk en werd een van de bloeiendste steden van het Habsburgse rijk. In 1784 kreeg hij een universiteit. Het is niet toevallig dat deze stad in 2004 een belangrijke rol speelde bij het ontstaan van de oranjerevolutie.
Het zuidelijke deel. Dit werd na de grote invasie van 1237-42 een deel van het Mongoolse rijk en kwam omstreeks 1478 in handen van het Ottomaanse rijk. Vanaf 1569 werd het in twaalf Russisch-Turkse oorlogen heroverd op het Ottomaanse rijk. Daarom zou men eventueel kunnen verdedigen dat het teruggegeven moet worden aan Turkije, maar het heeft nooit deel uitgemaakt van Europa.
        Een belangrijke emotionele factor bij het ontstaan van de Europese visie op Zuid-Oekraïne is de Krimoorlog (1853-56). Hiervan is het idee blijven hangen dat de Russen daar op de een of andere manier “fout” waren en de Fransen en de Engelsen “goed”. Deze oorlog werd echter gevoerd binnen het kader van het 19e eeuwse Europese imperialistische denken, waarbij Rusland, Frankrijk en Engeland zoveel mogelijk landen van het zieltogende Ottomaanse rijk probeerden buit te maken. Zo kwam Egypte in 1882 aan Engeland en na de eerste wereldoorlog werd het Ottomaanse rijk tussen Frankrijk en Engeland verdeeld, terwijl Rusland er bekaaid af kwam. Vanuit het huidige denken kan men zich afvragen wat de Franse en de Engelse vloot in 1853 in de Zwarte Zee hadden te zoeken. Hun doel was het verzwakken van de macht van Rusland. Maar als men deze oorlog gebruikt als argument voor de stelling dat Zuid-Oekraïne en vooral de Krim niet bij Rusland maar bij “Europa” behoren houdt men vast aan een imperialistisch wereldbeeld dat niet meer van deze tijd is.

(3) Taalkundig en literair
Zoals reeds opgemerkt spreekt in Oekraïne circa 31 miljoen mensen Oekraïens en circa 11 miljoen Russisch. Dit Oekraïens is een zelfstandige taal, hoewel het onder andere door het gebruik van het cyrillische alfabet nauw verwant is aan het Russisch. In de 19e eeuw ontstond ook een eigen Oekraïense literatuur. Dit gebeurde onder invloed van de cultuurstroming van de romantiek, die een grote nadruk legde op het eigene. In zoverre kan men zeggen dat Oekraïne deel begon te nemen aan een Europese cultuurstroming. Maar het zou onjuist zijn deze nadruk op het eigene uit te leggen als een verlangen om zich politiek aan te sluiten bij de landen van Europa. Het was veel meer een streven naar onafhankelijkheid en zelfstandigheid.

(4) Religieus
De Oekraïens-orthodoxe kerken stammen af van de kerken die bij het Grote Schisma in 1054 kozen voor het oosten en niet voor het westen. Hoe diep het verschil is tussen de oosterse en de westerse kerken blijkt bijvoorbeeld uit de verschillen in kerkbouw (zie de bijlage Byzantijnse en westerse kerkbouw). Het meest uitgesproken Byzantijnse, niet-europese karakter heeft de Oekraïense orthodoxe kerk met patriarchaat in Moskou. Hetzelfde karakter, zij het wellicht in mindere mate, heeft de Oekraïense orthodoxe kerk met patriarchaat in Kiev, die in 1989 ontstond en in 1990 een eigen “Patriarch van Kiev en heel Oekraïne” benoemde. Deze kerk wil kennelijk zelfstandig zijn maar zijn orthodoxe karakter behouden.
        Gecompliceerder ligt het bij de Oekraïense Grieks-katholieke kerk. Deze met de Rooms-katholieke kerk “geünieerde” kerk (die ontstond nadat bij het concilie van Brest in 1596 een aantal dogmatische verschillen was overbrugd) heeft wat betreft de liturgie nog altijd een orthodox karakter, maar onderging natuurlijk wel een grote westerse invloed. Maar de aanwezigheid van een invloedrijke Rooms-katholieke kerk maakt van Oekraïne nog geen Europees land.

(5) Algemene culturele ontwikkeling en wetenschap
Zoals reeds opgemerkt heeft Oekraïne geen deel genomen aan de Europese culturele ontwikkeling met zijn gotiek, renaissance, barok, enzovoort. In de 19e eeuw, in de tijd van de romantiek, heeft het land zich enigszins in deze ontwikkeling ingevoegd. In dezelfde eeuw begon ook de mondialisering van de westerse wetenschap en techniek. Spoorwegen, fabrieken, telegraaflijnen, kranten en westerse opvattingen drongen door tot in de uithoeken van de wereld, ook in Oekraïne. Maar dit alles betekent niet dat het een Europees land is.

(6) Muziek
Ook op het gebied van de muziek heeft OekraÏne (evenals Rusland) geen deel genomen aan de Europese ontwikkeling. Toen in West-Europa in de tijd van de gotiek uit het gregoriaans de meerstemmige zang ontstond vond er in het Byzantijnse gebied geen parallelle ontwikkeling plaats. Het eerste teken van de introductie van meerstemmige zang is een handschrift uit de eerste helft van de 16e eeuw waarin wordt vermeld dat men in een koor in Novgorod gebruik maakte van een aparte bovenstem. Maar hierna verspreidde de meerstemmigheid zich snel. Dat was vooral ook het geval in Zuidwest-Rusland, dus het huidige Oekraïne, dat in de 14e eeuw onderdeel was geworden van het Pools-Litouwse rijk en daardoor toegankelijk was geworden voor westerse invloeden. Maar deze ontwikkeling vond pas heel laat plaats: in de Oekraïense kerken werden geen missen van Palestrina of cantates van J.S.Bach uitgevoerd. Ook op dit gebied is Oekraïne geen Europees land.

(7) Schilderkunst
De Byzantijnse schilderkunst had in de vroege middeleeuwen in Europa een grote invloed, maar in de tijd van de gotiek begonnen kunstenaars als Giotto, Simone Martini en Ambrogio Lorenzetti zich hiervan los te maken en hiermee ging Europa zijn eigen weg. In Rusland begon de schilderkunst zich pas tijdens tsaar Peter de Grote los te maken van de Byzantijnse invloed en dat gebeurde niet op eigen kracht, maar door zich te oriënteren op West-Europa. Oekraïne volgde nog later. Een goed aanknopingspunt voor de beoordeling van de Oekraïense schilderkunst was de tentoonstelling van schilderijen uit het National Art Museum of Ukraine die in 2006 te zien was in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Volgens de samensteller Jan Hein Sassen toonden deze schilderijen aan dat “Oekraïne tot Europa behoort”, want “deze schilders deden mee met de grote stromingen in Europa”. Dit is echter geen sterk argument want de ontwikkeling van de grote stromingen in Europa is, als men hem omstreeks 1200 in Italië en Frankrijk laat beginnen, acht eeuwen oud, terwijl de schilders uit Oekraïne daar hoogstens de laatste anderhalve eeuw aan hebben meegedaan. Het is aannemelijk dat de samensteller deze uitspraak hoofdzakelijk deed om interesse te wekken voor zijn tentoonstelling want juist in dezelfde tijd werd in de Tweede Kamer een debat gevoerd over de toetreding van Turkije tot de EU.


5. Tot slot: hoort Oekraïne bij de EU of bij Rusland?

Om de in de vorige paragraaf gestelde vraag of Oekraïne bij Europa hoort te beantwoorden zouden we eigenlijk eerst moeten beslissen of we Rusland bij Europa willen rekenen. Als we de beslissing nemen dat Rusland bij Europa hoort, dan is dat een argument om ook Oekraïne tot Europa te rekenen. Maar de huidige politieke situatie ligt zodanig dat deze vraag niet interessant is. Momenteel staan de EU en Rusland tegenover elkaar en de vraag die we nu moeten stellen is: als we moeten kiezen of Oekraïne bij de EU hoort of bij Rusland, wat wordt dan de keuze? De optie van Oekraïne om onafhankelijk te blijven laten we hier even buiten beschouwing.
        Als we het in het voorafgaande verzamelde materiaal overzien kunnen we zeggen dat Rusland geografisch gezien minstens evenveel recht heeft Oekraïne te claimen als de EU. Historisch gezien is Oekraïne altijd nauw verbonden geweest met Rusland, eens was Kiev zelfs de hoofdstad daarvan. Ook taalkundig gezien hoort Oekraïne eerder bij Rusland dan bij de landen van de EU: het land gebruikt cyrillische schrift en een aanzienlijk deel van de bevolking spreekt Russisch. Wat betreft de in de 19e eeuw opgekomen Oekraïense literatuur: deze heeft een nationalistisch karakter en vertolkt een verlangen naar onafhankelijkheid, zowel van Rusland als van een politieke organisatie als de EU. Wat betreft de religie van Oekraïne: deze is overwegend Grieks-orthodox, stammend uit Byzantium en georiënteerd op Rusland. Daarnaast is er ook een kleine maar actieve Grieks-katholieke kerk die nauwe banden heeft met de Rooms-katholieke kerk, maar dat betekent niet dat de EU rechten op Oekraïne kan laten gelden. De EU kan ook geen rechten laten gelden op bijvoorbeeld Brazilië omdat in dit land de meerderheid van de bevolking Rooms-katholiek is. En tenslotte het misschien belangrijkste argument: Oekraïne heeft geen deel genomen aan de Europese culturele ontwikkeling. In de handboeken over de geschiedenis van de Europese architectuur, beeldende kunst, muziek, wetenschap en filosofie komt Oekraïne niet voor. Dat betekent niet dat er in Oekraïne geen voortreffelijke en intelligente mensen wonen, maar het betekent wel dat redelijkerwijze niet valt te verdedigen dat Oekraïne aan de Russische invloedsfeer onttrokken en aan de EU toegevoegd zou moeten worden omdat het een Europees land zou zijn. Natuurlijk kan de EU wel gebiedsuitbreiding wensen, maar daarvoor zijn andere argumenten nodig.


Bronnen
Marc Jansen (2014): Grensland, Een geschiedenis van Oekraïne.
Karel Onwijn (2012): Oekraïne.
Stanislav Belkovski (2013/14): Vladimir, De waarheid over Poetin. (Bevat twee hoofdstukken over Oekraïne.)
Marc Hannemann, Sjoerd Keulen en Ronald Kroeze (2008): Vals Plat in de Oeral, een zoektocht naar de oostgrens van Europa.
Andrew Wilson-Dickson (1996): The Story of Christian Music.
Hugh Honour en John Fleming (1982): Algemene kunstgeschiedenis, 1995.
Tentoonstelling in het Allard Pierson Museum (2014): De Krim, Goud en geheimen van de Zwarte Zee.
Tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam (2006): Kiev in de Nieuwe Kerk, 19de-eeuwse meesterwerken uit het National Art Museum of Ukraine.
Sergi Merks: De orthodoxe opvatting van de religieuze kunst, het iconografische aspect van de Orthodoxe Kerk. (http://www.orthodox-nijmegen.nl/archive_nl/kunst.htm)
Aljona OvsiaNnikova (2012): Russische Kerkmuziek (http://www.nhbm.nl/assets/applets/Russische_Kerkmuziek_Aljona_red_2012.pdf)